Indrukken

10 augustus 2019 - Kampala, Oeganda

Indrukken

Gisteren zijn we van de Ziwa Rhino sanctuary naar de Rainforest lodge in het Mabira forest gereden. Net voor Jinja, waar de Nijl zijn oorsprong vindt in het Victoria meer. 

Het is nog geen 200 kilometer rijden over meest verharde wegen. Maar het is een belevenis op zich. Wat je onderweg allemaal tegenkomt.....

Ik zal een paar beelden schetsen.

De wegen zijn relatief breed waardoor er als het moet drie auto's naast elkaar kunnen rijden. De linker en tegemoetkomende rechter auto gaan een beetje aan de kant zodat de auto die wil inhalen er tussendoor kan. Er is echter zelden duidelijk aangegeven welke kant nu wel en niet gebruik mag maken van de middenruimte van de weg. Dit leidt regelmatig tot een soort 'chicken race' op de middenbaan. Dit is een vooral in Amerika gewild spelletje van stoere mannen die met twee auto's met hoge snelheid op elkaar afrijden. Hij die als eerste uitwijkt is de 'chicken'. Iedereen begrijpt dat dit ook wel eens mis gaat. Vooral de kleine taxibusjes die in grote getale op de Ugandese wegen te vinden zijn (met plek voor 8 passagiers, maar waar er makkelijk het dubbele ingaan) hebben de neiging om als het effe kan te passeren en de middenbaan te gebruiken. 

De grote lichten knipperen als teken dat iedereen aan de kant moet. Ze halen gewoon in als een vrachtwagen met moeite een heuvel probeert te trotseren zonder dat ze kunnen zien wat er aan de andere kant van de heuvel hen tegemoet komt. Het gaat regelmatig maar net goed. Als chauffeur in Uganda moet je in staat zijn op tijd te remmen, maar ook moet je soms precies op tijd het gaspedaal volledig durven indrukken.

Bij de stopplaatsen van deze taxi busjes is het altijd een drukte van jewelste. Dat zijn de plekken waar geld te verdienen valt. De passagiers zitten soms uren opgepropt in deze veel te kleine busjes die met doodsverachting tussen het verkeer laveren. Op de plekken waar ze dan stoppen wil je wel eens een beetje drinken, een banaan of gebraden kip aan een stokje kopen. En dat weten de lokale bewoners! Dus als er weer een busje stopt stormen er 20 mannen en vrouwen met allerlei etenswaar in hun handen of op hun hoofd naar de busjes toe en verdringen zich voor de open raampjes. Er is slechts 1 minuut om zaken te doen, want dan schiet het busje alweer de weg op. Het is dus enorm rennen, schreeuwen en dringen op deze stopplaatsen. Aan de kant van de weg staan op deze stopplaatsen allerlei houten marktkraampjes van bamboe waar de kip gebraden wordt en de bananen en ananassen uitgestald liggen. Een prachtig gezicht.

Opeens doemt er een vrachtwagen in de tegenovergestelde richting op vol met rietsuiker met daarop een groep van wel 30 mannen, deels met ontbloot bovenlijf. Hun haren in de wind. De vrachtwagen vliegt met 80 kilometer per uur de heuvel af. De mannen ook, 6 meter boven het wegdek.

Dan zoeft er links van je een brommertje met achterop drie kooien vol met kippen voorbij. Een kooi links, een rechts en een daarbovenop. Het geheel is wel drie meter breed. 

Er lopen altijd mensen langs de weg. Vrouwen in soms prachtige traditionele kleding, die voor ons wat ouderwets aandoet. Grote pofmouwen met hoge schouders. Dan weer een stoere jongen in spijkerbroek met grote zonnebril die vol geplakt is met nep diamantjes. Maar niet veel later een groep kleine kinderen, die in niet meer dan vodden vlak langs de weg aan het spelen zijn.

De hele dag schuif ik de knop die de ventilatie regelt van links naar rechts. Links wil zeggen; alleen interne luchtcirculatie binnen de auto en rechts wil zeggen; lucht van buiten naar binnen blazen. Het komt regelmatig voor dat een auto voor ons die optrekt een enorme zwarte pluim produceert. Deze stinkende walm wil je niet in je auto hebben, dus, daar gaat de schuif weer naar links. Vooral oude vrachtwagens volgeladen met bananen, hout of andere zware spullen die de helling op moeten zien te komen zijn het ergste. Een zwarte dikke muur van zware rook doemt dan opeens voor je op. Naast het ontwijken van alle taxibusjes ben je dus ook constant bezig je door deze stinkende wolken te manoeuvreren. 

Voor elk dorpje heb je drempels. Soms een trits van vijf of zes korte en niet zo hoge drempels die werken als een wasbord onder je wielen. Alles trilt en rammelt. Het is uitzoeken met welke snelheid je deze moet nemen; ga je te langzaam dan schud de auto in een soort zichzelf versterkende cadans hoog op zijn veren, ga je te snel dan tril je van je stoel. Met een snelheid van ongeveer 35 km per uur gaat het opeens onverwacht soepel. Maar helaas blijkt elk dorp weer zijn eigen hoogte, breedte en diepte van de drempels te hebben bepaald. Het blijft dus gokken.

Een enkele keer let je niet op en kom je met veel te hoge snelheid op de drempels aangereden en rammelt onze RAV4 zo ongeveer uit elkaar. Een enkele keer is het een hele hoge enkele drempel. Die kun je alleen nemen met minimale snelheid. Anders wordt je gelanceerd. Als je vlak achter een auto zit die opeens afremt dan denk je dat hij gaat stoppen en wil je er snel voorbij. Je geeft nog even extra gas, het pedaal rap indrukken tot op de bodem, want je weet nooit wat er van de tegenovergestelde richting op je afkomt. Als dan blijkt dat de auto voor je afremde omdat hij zo'n hoge drempel naderde heb je pech. Je knalt met veel te hoge snelheid over de drempel. De auto komt bijna los van de weg. 

Als je dan eindelijk van de verharde weg af mag omdat je de bestemming bijna hebt bereikt moet je meestal nog enkele kilometers landinwaarts om je hostel of guesthouse te bereiken. In alle gevallen betekent dit dat je over een modderweg vol gaten en kuilen moet zien voort te ploegen. Zeker na een regenbui is dat voor onze lichte Toyota geen gemakkelijke taak. Links en recht kijkt iedereen ons na. Zowel de kinderen als volwassenen vinden ons witte besmeurde autootje met daarin die blanken erg interessant. Iedereen zwaait. En wij zwaaien terug, ook als ons vierwiel aangedreven karretje hotsend en klotsend moeizaam vooruit komt. In de modder slipt de auto makkelijk weg als het profiel van de banden volledig is verdwenen door de dikke klei die er tussen is gaan zitten. Je rijdt dan met klei op klei. Zeker als je dan tegen een helling op moet zien te komen en er links of rechts een diepte van enkele  meters opdoemt is het geen pretje. De wielen draaien wel maar hebben geen grip. Door de vierwielaandrijving duwen de achterwielen de auto als het ware soms voorbij de voorwielen. Hier het gas dus vooral niet te veel indrukken. Het zweet staat ons op de rug. 

En die mensen maar vriendelijk zwaaien! 

3 Reacties

  1. Chris:
    10 augustus 2019
    Pff...Ik word er moe van, al die indrukken en chaos. Goed beschreven hoor!
  2. Nel:
    11 augustus 2019
    Niet te geloven en intussen maar erop vertrouwen dat die auto voort blijft gaan en niet blijft steken of uit elkaar valt.
    Dit zijn avonturen van geheel andere orde. BEHOUDEN VAART.
  3. Jeannette.:
    19 augustus 2019
    Nou ik hoop dat jullie het overleven..
    Leuke beschrijving van de belevenissen .Grts jeannette