Een meer in Rajastan.

10 augustus 2018 - Udaipur, India

Een meer in Rajasthan,

Gisteren met een taxi van Jodhpur naar Udaipur gereden. Ruim 300 km. Een ritje van 4 tot 5 uur zou je denken. Maar....niet in India. Ik vertrok met een privé chauffeur in een blinkende witte taxi om 10.00 uur. Niet nadat mijn host van het hotel de chauffeur met veel gebaren en flinke stemverheffing had aangegeven hoe hij moest rijden en dat hij mij alle bezienswaardigheden onderweg toch zeker uitgebreid zou moeten laten zien.

Volgens de host was er onderweg een prachtige tempel en een indrukwekkend fort te zien met de romantische naam Kumbhalgargh.  Weer veel head-wobling van de taxidriver; hij begreep het! 

Het was stil in de taxi. De chauffeur kende drie zinnetjes in het engels en voor de rest was onze conversatie voor beide partijen onverstaanbaar. Dus veel gesprek hadden we niet.

In het begin ging het nog redelijk vlot. We reden op de snelweg. Vierbaans. Dan kun je opschieten denk je. Maar hier in India betekent vierbaans ook dat er constant spookrijders links op de weg zitten, dat er koeien op de weg staan, dat er tuk-tuks rijden met 30 km per uur en dat er zelfs een kudde schapen moest worden ontweken. Na een uurtje rijden zie mijn chauffeur; 'fijf minut plies'. Hij stuurde bij een opening opeens de verkeersbanen van de andere rijrichting op, schoot vlak voor een vrachtwagen de weg over die hevig toeterde en stopte met kracht de auto. We waren bij een klein tempeltje aangekomen. Hij moest even bidden.

Na nog een half uurtje sloegen we linksaf en reden een klein weggetje in de richting van de bergen in de verte. Het zou het begin worden van een lange dag.

De weg was heel slecht, met vele gaten en soms zo smal dat er maar 1 auto tegelijk op rijden kon. Onderweg steeds meer vrouwen met grote bossen hout of gras op het hoofd. Brandhout voor het eten of voer voor de beesten. Veel kleine arme boerenhuisjes met een koe en een paar geiten. Dit is het platteland van India. Soms kwamen we door een klein dorpje. Koeien, buffels, honden, ezels, geiten, kippen en kinderen liepen rond tussen de huizen, winkeltjes en midden op straat. Prachtig, maar het schiet niet op.

Opeens schoot de chauffeur een zijweg in; 'lake, lake' zei hij. Rajasthan kent maar twee maanden per jaar regen; augustus en september. De rest van het jaar is het een dor landschap en delen van de provincie zijn echt grote zandwoestijnen. Een meer is dus iets bijzonders in Rajasthan. Iets wat je als toerist toch echt gezien moet hebben! Bij het lake aangekomen bleek echter dat het meer volledig droog lag. 'No problem' zei hij. Er zou nog een meer komen, ...'later' sprak hij zacht. 

Het was inmiddels drie uur.

Alsof God ons had gehoord begon het kort daarna te regenen, nee, het begon te gieten. Alsof er opeens een douche was opengezet. Het water stroomde door de straten en alle kuilen werden volledig gevuld met modderig, bruin water waardoor je niet meer wist welke eigenlijk te diep was en je dus zou moeten ontwijken met de auto. Het gevolg was dat we nog meer dan voorheen bonkten en schokten.

In de stromende regen stopte de auto en de chauffeur zei; 'temple'. Ik dus in de regen de tempel bekeken. Prachtig, maar in India heb je er van deze soort ongeveer 200.000 schat ik zo maar. En ik heb er inmiddels velen gezien.

Kletsnat kwam ik terug in de taxi, en weg schoot hij weer. 

Een uur verder waren we bij het fort. Het aanzicht overtrof in dit geval in vergaande mate mijn verwachtingen. Niet zo maar een fort, maar een enorm bouwwerk met zoals ik later leerde meer dan 80 km ommuring. Na de Chinese muur de langste aaneengesloten muur in de wereld! Ik kreeg een uur om het fort en het paleis te bekijken. In dit geval was dat niet ruim bemeten, want het was een lange wandeling helemaal naar boven waar het paleis was gesitueerd. Dolen door de vele kamers van het paleis was extra fascinerend omdat ik zo'n beetje de enige westerse toerist was, dus kreeg ik weer veel aandacht van alle Indiase bezoekers.'Foto?, Where you from?, How are you?'

Toen we om half zes weer in de auto zaten draaide hij na een kwartier weer een klein landweggetje in. 'lake-lake'.

En inderdaad na weer 10 minuten hotsen en botsen kwamen we aan bij een plas met niet meer dan 1 of 2 meter diep water. We reden naar een klein tempeltje aan de rand van het water. Daar verkruimelde hij wat koekjes. Toen hij deze in het water gooide schoten er honderden vissen van een halve meter lang met breed opengesperde bekken over en door elkaar om maar een kruimeltje op te kunnen 'vissen'. Zoiets had ik nog niet eerder gezien. Het 'meer' kon me gestolen worden, maar dat spektakel van de vissen was toch wel de moeite waard van deze kleine omweg.

'Beautiful lake' zei ik.

We vervolgden onze weg. Om tegen zonsondergang door dit heuvelachtige landschap met de kleine boerendorpje te rijden was geweldig.

Moe en voldaan kwamen ik om acht uur 's-avonds aan in Udaipur. 

De witte taxi zat onder de modder.

Foto’s

3 Reacties

  1. Ben:
    10 augustus 2018
    Peter,
    je maakt inderdaad heel wat mee. Mooi om dit zo te volgen
  2. Chris:
    12 augustus 2018
    Rijke avonturen Peter! Blijf schrijven en vooral fotograferen.
  3. Nel:
    13 augustus 2018
    Je moet wel stalen zenuwen hebben Peter, ik zou doodsbenauwd zijn tijdens het rijden.. wat een spektakel. Wel bijzonder mooi wat jij zoal ziet en meemaakt.